Centraal staat de vraag of de opzegging van de agentuurovereenkomst nietig is. De gedragingen van de principaal ten opzichte van de agent zijn in strijd met het mededingingsrecht. De opzegging van de agentuurovereenkomst is nietig.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Tussenarrest. Geschil over exclusiviteit. Bewijsopdrachten voor partijen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De kantonrechter oordeelde dat een handelsagent recht heeft op een klantenvergoeding na afloop van een overeenkomst voor bepaalde tijd, conform artikel 7:442 BW en de Europese richtlijn 86/653/EEG. De vergoeding dient gebaseerd te zijn op het laatste jaar van de overeenkomst, en de rechter zag geen reden om hiervan af te wijken.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer kenmerken vertoont van een agentuurovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7:428 BW. Dit is van belang omdat bij agentuur specifieke bescherming geldt voor de handelsagent, met name bij beëindiging van de overeenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vordering klantvergoeding niet gebaseerd op 7:442 BW maar op redelijkheid en billijkheid. Vordering afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Toewijzing enquêteverzoek en onmiddellijke voorzieningen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Perikelen rond postduiven; eigendomsverkrijging roerende zaak door overdracht; vruchttrekking (art. 5:1 lid 3 BW) en de rol van de vrouwtjesduif daarbij (vgl HR 17/10/86, NJ 87, 985); optreden voor zichzelf of voor een ander?
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Renvooi, eisvermeerdering in renvooi niet toegestaan, klantvergoeding wegens beëindiging agentuurovereenkomst, geen aanzienlijk voordeel voor principaal wegens faillissement.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuurovereenkomst. Contractovername. Opzegging. Afrekening achterstallige commissie.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beëindiging samenwerking galeriehouder en kunstenares. Overeenkomst is, anders dan de kantonrechter aannam, geen agentuurovereenkomst. Agentuur vereist bemiddeling. Niet voldoende concreet gesteld dat werd verkocht in naam van, althans voor rekening en risico van, de kunstenares. Activiteiten van de galeriehouder ten bate van de kunstenares (en haar werk) zoals de promotie van het werk bij kunstkopers en musea zijn niet kenmerkend voor agentuur. Ook het gegeven dat de kunstenares de prijs bepaalde waarvoor de galeriehouder de werken mocht verkopen betekent niet dat de overeenkomst een agentuurovereenkomst geweest moet zijn. Financiële afwikkeling samenwerkingsrelatie. Weens koopverdrag. Op rentevordering Duits recht van toepassing.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.