Het gaat in deze procedure om de afwikkeling van de agentuurovereenkomst die tussen partijen heeft bestaan. In geschil is onder meer of die overeenkomst rechtsgeldig in november 2013 is opgezegd. Verder zijn onder andere in geschil de klantenvergoeding, de bonus en de provisie.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De kantonrechter oordeelt dat hij bevoegd is om de hoofdzaak te behandelen, ondanks het arbitragebeding in de agentuurovereenkomst tussen partijen. Dit komt omdat het beroep op arbitrage zou leiden tot een te hoge financiële drempel voor eiser, waardoor zijn recht op toegang tot de rechter (artikel 6 EVRM) wordt geschonden. De hoofdzaak wordt voortgezet en gedaagde krijgt de gelegenheid om verweer te voeren.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Na faillissement principaal sluit voormalig agent een agentuurovereenkomst met de nieuwe vennootschap. Na afloop jaarcontract geschillen over provisie (bonus) vergoeding en goodwill (klanten) vergoeding. Eventuele betalingsverplichtingen van voormalig principaal zijn niet overgegaan naar de nieuwe vennootschap.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bevoegdheid Nederlandse rechter in internationale agentuurrelatie.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Einde agentuurovereenkomst. Opzegtermijn en door principaal te betalen vergoedingen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
In deze zaak staat de vraag of sprake is van een agentuurovereenkomst centraal. De kantonrechter komt tot de conclusie dat geen sprake is van een agentuurrelatie.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Einde agentuurovereenkomst. Het hof oordeelde dat de schriftelijke agentuurovereenkomst niet rechtsgeldig was, aangezien [geïntimeerde] deze slechts geparafeerd had om aan belastingdienstvereisten te voldoen, zonder in te stemmen met de inhoud. De facturen van de agent moeten betaald worden. Schadevergoedingsvordering van de agent is verjaard.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Na het einde van de agentuurovereenkomst vordert de agent schadevergoeding, klantenvergoeding en nakoming. De schadevergoedingsvordering wordt toegewezen. Omdat de agent dezelfde afnemers blijft bedienen wordt de klantenvergoeding afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil tussen principaal en curator over welke partij de agentuurovereenkomst heeft opgezegd. Curator vorderde namens de gefailleerde klantenvergoeding, provisievergoeding en schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. Uiteindelijk is geoordeeld dat de gefailleerde de agentuurovereenkomst heeft opgezegd, waardoor klantenvergoeding en schadevergoeding niet is toegewezen. De provisievergoeding is wel toegewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kwalificatievraag. In deze zaak gaat het om de opzegging van een duurovereenkomst (franchiseovereenkomst). Appellante stelde dat haar rechtsrelatie moest worden gezien als een gemengde overeenkomst, met mede het karakter van een agentuurovereenkomst. Het gerechtshof overwoog dat, hoewel de franchiseovereenkomst bepaalde dat appellante zich niet mocht voordoen als agent, dit niet betekende dat er uiteindelijk geen sprake kon zijn van een agentuurovereenkomst. Het gerechtshof overwoog echter ook, dat dit standpunt onvoldoende is onderbouwd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.