Kwalificatievraag. Eiser stelt dat er sprake is van een agentuurovereenkomst en verweerder stelt dat het geen betrekking heeft op een agentuurovereenkomst, maar op de tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst. De rechtbank overweegt dat er sprake is van een agentuurovereenkomst, enerzijds omdat de vorderingen zien op een agentuurovereenkomst en anderzijds omdat alle vorderingen worden gebaseerd op de afdeling van agentuurovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Vraag of de overeenkomst tussen cateringplatform en cateraar viel aan te merken als agentuurovereenkomst, waardoor wettelijke opzegtermijn van vier maanden zou gelden (art. 6:437 lid 1 BW). Bij de beoordeling of een overeenkomst wordt aangemerkt als agentuurovereenkomst is de letterlijke tekst niet doorslaggevend. Het cateringplatform contracteerde op eigen naam met klanten. Dit is niet met agentuur verenigbaar. Geen sprake van een agentuurovereenkomst volgens rechter. Uitleg van relatiebeding in algemene voorwaarden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuurovereenkomst beëindigd door principaal nadat handelsagent in coma is geraakt en is overleden. Uitleg klantenvergoeding naar Duits recht, art. 89b HGB (gebaseerd op Agentuurrichtlijn, in Nederland vastgelegd in 7:442 BW). Volgens Duits recht mag opzegging wegens dringende reden niet langer dan twee maanden worden gewacht na bekendheid met feit, in deze zaak was ruim vier maanden gewacht. Inhoudelijk van een dringende reden tevens geen sprake. Geen aanleiding om ziektegeldvergoeding in mindering te brengen op de klantenvergoeding.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Het gerechtshof bevestigt vonnis gewezen door kantonrechter. Tussen partijen bestaat onder meer een discussie of er wel of geen sprake was van een agentuurovereenkomst. Het gerechtshof acht deze vraag, wegens de afwijzing van de vorderingen in conventie en reconventie, niet relevant.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Hoger beroep. Vordering tot verklaring van recht van nietige of onrechtmatige opzegging van agentuurovereenkomst door principaal wegens schending mededingingsregels. Unierechtelijke mededingingsregels uitsluitend van toepassing als sprake is van oneigenlijke agentuurovereenkomst. Is de agentuurovereenkomst in dit geval een eigenlijke of een oneigenlijke agentuurovereenkomst? Partijen krijgen mogelijkheid tot aanleveren van meer bewijs.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Hoger beroep. Vraag of handelsagent recht heeft op provisie over overeenkomsten die principaal rechtstreeks met klanten heeft gesloten op grond van art. 7:431 lid 1 BW. Een beperking op het afgesproken exclusiviteitsrecht van de handelsagent moet uitdrukkelijk worden overeengekomen (art. 7:431 lid 1 sub c BW). Het uitleggen van de Agentuurovereenkomst aan de hand van de Haviltex-norm is hiervoor niet voldoende. Principaal is handelsagent provisie verschuldigd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Hoger beroep. Het gerechtshof kwalificeert (net als in eerste aanleg) de overeenkomst tussen partijen als agentuurovereenkomst (art. 7:428 BW). Het gerechtshof beantwoordt de vraag of appellant aanspraak kan maken op een klantenvergoeding als bedoeld in art. 7:442 BW. Appellant (handelsagent) heeft onvoldoende voldaan aan de stelplicht van art. 7:442 BW, waardoor onvoldoende is onderbouwd dat de agent recht heeft op de gevorderde klantvergoeding.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Het gerechtshof oordeelt dat [appellante] niet is geslaagd in het leveren van bewijs dat [geïntimeerde] een klant ([derde 2]) heeft weggekaapt tijdens zijn dienst als handelsagent.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuurovereenkomst. Bevrijdend verweer. Bewijsopdracht.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geen sprake van agentuurovereenkomst. Het gerechtshof benadrukt dat het bestaan van een agentuurovereenkomst duidelijk moet blijken uit afspraken of schriftelijk bewijs, wat in deze zaak ontbrak. Hierdoor werden de vorderingen gebaseerd op een gestelde agentuurovereenkomst afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.