Agentuurovereenkomst; klantenvergoeding; gefixeerde schadevergoeding; referentieperiode; volledige schadevergoeding.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil over uit te betalen provisie over verkochte telefoonabonnementen. Klachten falen wegens gebrek aan feitelijke grondslag; deels art. 81 RO.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil over uit te betalen provisie over verkochte telefoonabonnementen. Klachten falen wegens gebrek aan feitelijke grondslag; deels art. 81 RO.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Arbeidsrecht. Faillissement. Opzegging arbeidsovereenkomst met directeur (niet zijnde statutair bestuurder) door curator op de voet van art. 40 F. Arbeidsovereenkomst niet eerder op andere wijze tot een einde gekomen. Geen situatie als bedoeld in HR 15 april 2005, LJN AS2713, NJ 2005/483 en LJN AS2030, NJ 2005/484.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuur. Wijzigingen in de agentuurrelatie leiden niet meteen tot schadeplichtigheid. Er rust wel een zorgplicht op de principaal om eventuele nadelige gevolgen van wijzigingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Europees bevoegdheidsrecht, procesrecht. Een agentuurovereenkomst tussen twee buitenlandse partijen, die hoofdzakelijk wordt uitgevoerd in Nederland, schept inderdaad rechtsmacht van de Nederlandse rechter (art. 5.1 EEX-Vo en Hof EG 11 maart 2010, Domberger/Silva Trade, NJ 2010, 522). Dat geldt ook als het bestaan van de overeenkomst door de gedaagde partij wordt betwist (Hof EG 4 maart 1982, Effer/Kantner, NJ 1983, 508). Het is echter niet juist, dat de aangezochte rechter zich bij een beoordeling van zijn internationale bevoegdheid alleen mag baseren op wat daaromtrent in de dagvaarding wordt gesteld. Gelet op wat de gedaagde partij daartegen heeft aangevoerd, wordt de feitelijke onderbouwing van het bestaan van de overeenkomst door de eisende partij in deze zaak als onvoldoende aangemerkt, waarop de kantonrechter zich onbevoegd verklaart.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Aan schuldenaar op grond van artikel 6:37 BW toekomende opschortingsbevoegdheid. Onvoldoende gespecificeerd bewijsaanbod, mede gelet op hoedanigheid gedaagde.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vraag naar het bestaan van een agentuurovereenkomst tussen ANVR en diverse luchtvaartmaatschappijen. Het tussenvonnis is gepubliceerd onder LJN-nummer BW7341.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geslaagd beroep op de toestemmingsvereiste van artikel 1:88 lid 1 sub c BW. Uitleg overeenkomst. Gedaagde sub 2 is met eiseres geen overeenkomst van geldlening aangegaan maar heeft zich als hoofdelijk medeschuldenaar dan wel als borg verbonden voor de nakoming van een overeenkomst van geldlening door gedaagde sub1. Rechtshandeling niet verricht ten behoeve van normale bedrijfsuitoefening vennootschap; uitzondering artikel 1:88 lid 5 BW niet van toepassing. Vernietiging ex artikel 1:89 lid 1 BW geslaagd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Afwijzing aanvraag overname betalingsverplichtingen. Geen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen betrokkene en de werkgever. Er stond niets op papier over de functie. Volgens betrokkene was er sprake van een mondelinge arbeidsovereenkomst. Er zijn geen loonstroken verstrekt, er zijn geen werknemers- of werkgeverspremies afgedragen en er is geen aangifte gedaan door betrokkene bij de belastingdienst van inkomsten uit dienstbetrekking bij werkgever. Uit de overgelegde bankafschriften kan niet worden afgeleid dat het gaat om loonbetalingen. Dat sprake was van een dienstbetrekking tussen betrokkene en de werkgever is dan ook onvoldoende gebleken.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.