Arbeidsrecht, concurrentiebeding. Is er sprake van ongeoorloofde concurrentie ondanks ontbreken geldig concurrentiebeding?
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Na migratie klantbestand geschil over provisieregeling.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Telecommunicatiewet.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bedrijf 1, handelende onder de naam appellante, en geïntimeerde sub 1 hebben op 7/10 april 1997 op briefpapier van appellante een 'GENTLEMAN AGREEMENT' gesloten. De overeenkomst had - kort gezegd - betrekking op de betrokkenheid van geïntimeerde sub 1 bij de afzet in Libië van door bedrijf 1 te leveren Bovans Layer Breeding Stock en Broiler Breeding Stock tegen door bedrijf 1 aan geïntimeerde sub 1 te betalen commissie. [..] Bij dagvaarding van 20 juni 2000 heeft geïntimeerde sub 1 appellante en persoon 1 voor de kantonrechter te Roermond gedagvaard. Hij heeft daarbij onder meer de betaling van een bedrag van ƒ 1.560.750,= terzake van commissie en ƒ 8.700,= terzake van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
...De voorzieningenrechter is echter voorshands van oordeel dat [gedaagde] zich, ook zonder een dergelijk schriftelijk beding, na beëindiging van een samenwerkingsverband als het onderhavige gedurende een zekere periode dient te onthouden van het benaderen van werknemers dan wel klanten van Daxxa. [gedaagde] heeft immers door zijn werkzaamheden ten behoeve van Daxxa kennis van de klantenkring van Daxxa en de door haar gehanteerde prijzen. Door van deze kennis gebruik te maken doet hij Daxxa onrechtmatig concurrentie aan. Die periode stelt de voorzieningenrechter voorshands in redelijkheid vast op een half jaar vanaf 1 januari 2007. Die termijn gunt Daxxa de gelegenheid te herstellen van de plotselinge beëindiging van de relatie doordat [gedaagde] zelfstandig ging opereren. Verder is de termijn zodanig dat daarna voor partijen nog de mogelijkheid bestaat vrijelijk te concurreren op dezelfde markt. De daartoe strekkende vorderingen van Daxxa zullen derhalve op na te melden wijze worden toegewezen. De mede gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en aan een maximum gebonden...
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kantonzaak, agentuur. Hoewel de kantonrechter veel papier kreeg, is er toch te weinig gesteld, zie overweging 5.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beëindiging duurovereenkomst (distributieovereenkomst). De Zwitserse eenmanszaak van eiser heeft op grond van een distributieovereenkomst die zij sloot met Dorel (Maxi Miliaan BV) sinds 1994 het exclusieve recht om in Zwitserland o.a. Maxi Cosi autostoeltjes te verkopen. In 2003 en 2004 heeft Dorel besprekingen gevoerd met de eenmans zaak van eiser over een mogelijke overname. Deze besprekingen hebben niet tot resultaat geleid en Dorel heeft de distributieovereenkomst - met inachtneming van de daarin opgenomen opzegtermijn van zes maanden - tegen 1 december 2005 opgezegd. De rechtbank acht deze opzegging in de gegeven omstandigheden niet onrechtmatig en ziet geen grond om Dorel te veroordelen tot betaling van enige vergoeding aan de eenmanszaak van eiser. De rechtbank oordeelt dat opzegging niet tegen een onredelijke korte termijn heeft plaatsgevonden en dat aan de eenmanszaak van eiser geen klanten- of goodwillvergoeding toekomt. Ook is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Dorel tekort is geschoten bij de uitvoering van de distributieovereenkomst gedurende de opzegtermijn en dat de omzetdaling van de eenmanszaak van eiser een gevolg daarvan is.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Arbeidszaak. Eiser drijft een onderneming in handelsagenturen. Tussen partijen heeft een arbeidsovereenkomst bestaan. Op de arbeidsovereenkomst was een concurrentiebeding van toepassing. Gedaagde heeft ingevolge de arbeidsovereenkomst gewerkt als vertegenwoordiger voor een firma waarmee eiser een agentuurovereenkomst had gesloten. Na beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft voornoemde firma de agentuurovereenkomst met eiser opgezegd. Gedaagde heeft als zelfstandig agent een agentuurovereenkomst gesloten deze firma. Eiser vordert (onder andere) dat gedaagde haar werkzaamheden ten behoeve van voornoemde firma zal staken en gestaakt houden voor de duur van het non-concurrentiebeding, op verbeurte van een dwangsom. De belangenafweging ingevolge artikel 7:653 lid 2 BW valt in het voordeel van eiser uit. De vordering wordt (gedeeltelijk) toegewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Tussen partijen is in geschil het antwoord op de hierna volgende vragen.
a) Is belanghebbende ondernemer voor de omzetbelasting.
b) Zo ja, komt alle voorbelasting voor aftrek in aanmerking.
c) Bestaat recht op aftrek van voorbelasting op grond van het vertrouwensbeginsel.
d) Is er terecht een boete opgelegd.
e) Heeft de inspecteur gehandeld in strijd met artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil tussen partijen bij een bemiddelingsovereenkomst over betaling van nog openstaande facturen en buitengerechtelijke incassokosten; grondslag van vordering; bewijsoordeel (81 RO).
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.