Beroep op eigen schuld.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vestiging hypotheekrecht. Artikel 3:260, derde lid, BW, bepaalt dat de hypotheekgever zich bij het opmaken van de hypotheekakte slechts kan laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde als diens volmacht bij authentieke akte is verleend. Deze eis geldt niet indien de hypotheekgever/rechtspersoon wordt bestuurd door andere rechtspersonen en één of meer bestuurders daarvan zich bij het opmaken van de hypotheekakte laten vertegenwoordigen door een ander. In het laatstbedoelde geval strekt de volmachtverlening immers tot de vertegenwoordiging van een bestuurder van een rechtspersoon die op haar beurt bestuurder is van de hypotheekgever/rechtspersoon maar niet tot vertegenwoordiging van die hypotheekgever/rechtspersoon zelf. De vernietiging van een rechtshandeling op grond van artikel 42 Faillissementswet kan alleen worden ingeroepen door de curator.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Telecommunicatiewet. Regeling AVT commerciële radio-omroep 2003.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Of vaststaat dat het vonnis waarvan beroep op een juridische misslag berust in die zin dat door deze misslag iedere grond aan de veroordeling ontbreekt, is niet zonder meer duidelijk. Daarvoor is in het onderhavige geval nader (inhoudelijk) onderzoek van de processtukken in de bodempocedure vereist met betrekking tot de vraag of en, zo ja, welke overige stellingen en verweren zijn gevoerd en of deze al dan niet terecht zijn aangevoerd, waarvoor een executiegeschil – zonder tot een (verboden) verkapt hoger beroep te worden – geen ruimte laat. Enerzijds kan dit niet tot de conclusie leiden dat de executie zonder meer moet worden geschorst. Anderzijds dient echter, nu vaststaat dat het vonnis een misslag bevat, wel rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat een grond voor de veroordelingen ontbreekt en dient niet ieder gevolg aan die constatering te worden ontzegd. Een en ander wettigt de conclusie dat ASN c.s., mede gelet op de belangen aan de zijde van Debitel die door de tenuitvoerlegging zullen worden geschaad – waaronder het feit dat zij, zoals zij gemotiveerd heeft aangevoerd, door betaling van de verlengingsvergoeding in een moeilijke positie met betrekking tot haar bedrijfsvoering kan geraken en een aanzienlijk restitutierisico gaat lopen –, geen in redelijkheid te respecteren belang hebben bij gebruikmaking van hun bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep in de bodemprocedure tot tenuitvoerlegging van het vonnis van 23 mei 2007 over te gaan, zodat grond bestaat voor schorsing van de executie, tenzij ASN c.s. – zoals in hoger beroep ook voor het eerst uitdrukkelijk (subsidiair) is gevorderd – genoegzame zekerheid stellen. Aldus wordt, alle wederzijdse belangen tegen elkaar afwegend, daaraan op de meest evenwichtige wijze tegemoetgekomen en een gepaste voorlopige voorziening getroffen, waartoe het hof krachtens artikel 438 lid 2 Rv ook uitdrukkelijk bevoegd is.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.