Latere marketingovereenkomst mbt softwarepakket tussen partijen die, krachtens eerdere overeenkomst, met elkaar doende waren een specifiek softwarepakket te ontwikkelen, terecht ogv dwaling door opdrachtgever buitengerechtelijk ontbonden. De omstandigheid dat het pakket niet volgens de overeengekomen opzet te ontwikkelen was gebleken, was – beoordeeld naar het moment van ontbinding – geen toekomstige omstandigheid. Naast vergoeding bij ontbinding agentuurovereenkomst (7:440 BW) geen plaats voor andere (schade)vergoeding, zoals gederfde winst en gemaakte verkoopkosten. Aantekening 4 bij 7:440 BW in T&C moet in het licht van de wetsgeschiedenis beperkt worden gelezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de nauwe verwevenheid van Unic en Eurofurn met zich brengt dat Eurofurn met de met Overtoom gemaakte afspraken onrechtmatig jegens Wiko heeft gehandeld. Het hof onderschrijft dat oordeel. Die grote verwevenheid bestaat daarin dat [D.] van beide vennootschappen bestuurder was, dat hij als bestuurder van Unic bij de totstandkoming van de contractuele relatie met Wiko en als bestuurder van Eurofurn bij de afspraken met Overtoom direct betrokken was en dat Eurofurn houdster is van een substantieel deel van de aandelen in Unic. Die verwevenheid wordt nog versterkt door het feit dat [C.] die bij het overleg met Overtoom voor Eurofurn optrad, eind 2000, zoals Wiko onbetwist heeft aangevoerd, uit de dienst van Unic naar die van Eurofurn was overgekomen en dat hij in zijn vorige werkkring verworven kennis omtrent de door bemiddeling van Wiko onderhouden zakenrelatie tussen Unic en Overtoom beschikbaar had.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De backoffice van gedaagde, tevens, eiseres in de tegenvordering (verder URM genoemd) regelt het transport en de afhandeling van de partijen van raw materials, zoals plantaardige olie, die door deze Zwitserse vennootschap worden gekocht of verkocht. Vanuit Denemarken werd de lading voor URM voor de desbetreffende regio jarenlang met bemiddeling van eiseres, tevens verweerster in de tegenvordering, verder Holsoe genoemd, per schip vervoerd, voor het overgrote deel door de rederij M.H. Simonsen ApS, die een tweetal speciaal voor het vervoer van plantaardige oliën geschikte schepen heeft. Aan de bemiddeling door Holsoe heeft URM in 2004 een einde gemaakt. Holsoe vordert misgelopen commissie van de niet in acht genomen opzegtermijn en een klantenvergoeding. URM heeft een tegenvordering ingesteld. De rechtsvragen die o.a. spelen zijn de bevoegdheid van de kantonrechter en de vraag of het Nederlandse dan wel het Deense recht van toepassing is.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kantonzaak, agentuurovereenkomst; goodwillvergoeding
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil tussen een telefoonmaatschappij en een pretense bemiddelaar over de vraag of hem provisie toekomt voor bemiddeling bij de totstandkoming van een aantal zogenaamde ‘corporate pack’ aansluitingen (81 RO).
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuur. Geen strijd met concurrentiebeding. Geen oneerlijke concurrentie. Marco Gas is distributeur (agent) voor onder meer producten van AL. Na afloop van het contract sluit Marco Gas een soortgelijke overeenkomst met een concurrent van AL. Uit de vrijheid om te concurreren volgt dat het Marco gas vrij staat om na afloop van de agentuurovereenkomst aan zijn klanten een concurrerend product aan te bieden. Klantgegevens zijn in deze zaak geen vertrouwelijke gegevens. Afbraak van het bedrijfsdebiet van AL is aldus mogelijk, maar is het gevolg van het recht op vrije concurrentie en is onvoldoende om onrechtmatigheid aan te nemen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Internationaal, onrechtmatige daad, overeenkomst, verwijzing naar mediation.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Ingevolge artikel 7:431 lid 1 sub b BW is Vodafone derhalve gehouden om gedurende de looptijd van de dealerovereenkomst (tot 1 maart 2003) aan BTC vergoedingen te betalen voor door Vodafone verrichte verlengingen voor klanten die laatstelijk - dwz direct daaraan voorafgaand- door BTC werden aangebracht of bediend, derhalve voor de klanten waarmee Vodafone een verlenging met een contract voor bepaalde tijd heeft afgesloten. Dit geldt derhalve ook voor klanten die via BTC laatstelijk contracten hebben gesloten en vroeger rechtstreeks bij Vodafone klant waren of via een andere dealer waren aangebracht. Voor contracten voor bepaalde tijd gesloten door BTC die zonder dat een nieuw contract voor bepaalde tijd werd gesloten en die derhalve doorlopen bij Vodafone (voor onbepaalde tijd) of door tussenkomst van een andere dealer voor bepaalde tijd, is mitsdien geen (verlengings)vergoeding verschuldigd behalve de regeling van de air-time vergoedingen voorzover van toepassing.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kantonzaak; agentuurovereenkomst. Bevoegdheid van de rechter; art. 6 Haag Vertegenwoordigingsverdrag voor toepasselijk recht. Onregelmatige opzegging en schadeloosstelling.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil na de gerechtelijke ontbinding van een agentuurovereenkomst over de verschuldigdheid van achterstallige provisie op de voet van art. 74d lid 1 onder c (oud) K en op art. 74o (oud) K. gebaseerde klantenvergoeding; vervolg op HR 25 oktober 2002, nr. C00/208, LJN: AE 5796; redelijke wetsuitleg en wetstoepassing; bewijskracht verklaring statutair directeur als partij-getuige; cassatie, ontvankelijkheid van herhaald beroep tegen een eindvonnis; belang bij rechtsklacht, aan middel te stellen eisen; wettelijke rente over BTW, verschuldigdheid van omzetbelasting eerst nadat factuur is uitgereikt?
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.