Jurisprudentie

Filter
15-07-2011
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2011:BT2217

Agentuur. De kantonrechter is van oordeel dat voorhands bewezen is dat een bestelling is geplaatst. De principaal dient een vergoeding aan de agent te betalen vanwege de misgelopen provisie. Uitleg van het begrip proefperiode in de agentuurovereenkomst. Geen recht op goodwillvergoeding.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

08-06-2011
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ7627

Eiseres in conventie vordert vervangende schadevergoeding, omdat gedaagde niet aan haar verplichting heeft voldaan een bemiddelingsvergoeding te betalen. De vordering wordt afgewezen, omdat eiseres niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De reconventionele vordering wordt deels afgewezen, omdat gedaagde in reconventie niet in verzuim verkeert.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

25-05-2011
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2011:BQ9922

[Eiseres] doet een beroep op de garantieregeling van SGR wegens door haar aan gedupeerden van het financieel onvermogen van Sun Travel betaald vervangend vervoer. SGR wenst niet over te gaan tot uitkering omdat [eiseres] volgens SGR op eigen naam en niet als tussenpersoon heeft gehandeld. Aan [eiseres] wordt opgedragen te bewijzen dat zij als tussenpersoon heeft bemiddeld bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen Sun Travel en de gedupeerden.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

18-05-2011
Rechtbank Arnhem, ECLI:NL:RBARN:2011:BQ7707

Gedaagde heeft, door substantiële geldbedragen aan de bankrekening van GS te onttreken, feitelijke betalingsonmacht gecreëerd bij GS en daarmee onrechtmatig jegens eiseres gehandeld. Daarvan valt hem persoonlijk een ernstig verwijt te maken. Het overleggen van vele producties (door gedaagde) zonder enige toelichting leidt ertoe dat de rechtbank aan die producties voorbijgaat.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

04-05-2011
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2011:BQ9879

Bemiddelaar/Reisorganisatie pakketreizen op eigen naam. Europese richtlijn garantie.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

03-05-2011
Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ5283

Agentuurovereenkomst.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

09-04-2011
Gerechtshof ’s-Gravenhage, ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ4582

IE; merkenrecht; douanemaatregel ex Vo. 1383/2003; gemeenschappelijk eigendom Gemeenschapsmerken; maatregelen alleen in beider belang.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

22-03-2011
Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2011:BR1739

Agentuurrelatie, vaststellingsovereenkomst, ‘Blokkeromzet’. Achterstallige provisie over drie maanden, dankzij tijdelijke ‘hype’, € 1,1 mln. Dringende reden, schadeloosstelling over negen maanden naar billijkheid bepaald op € 60.000. Klantenvergoeding verminderd tot € 250.000.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

11-03-2011
Rechtbank Breda, ECLI:NL:RBBRE:2011:563

Deze uitspraak wordt gepubliceerd op verzoek. De rechtbank had de uitspraak niet voor publicatie geselecteerd. Om die reden is er geen samenvatting.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

10-02-2011
Rechtbank Dordrecht, ECLI:NL:RBDOR:2011:BP5399

Agentuurovereenkomst. Duitse principaal, Nederlandse handelsagent. Nederlandse (kanton)rechter bevoegd. Nederlands recht van toepassing. De vorderingen in conventie en reconventie ter zake van de eindafrekening februari 2010 worden afgewezen nu, nadat partijen bij akten in de gelegenheid zijn gesteld een nadere toelichting te geven, alsmede inzichtelijk te maken hoe de eindafrekening februari 2010 tot stand is gekomen, noch voor de ene stelling noch voor de andere stelling, mede gelet op de gemotiveerde betwisting over en weer, voldoende aanknopingspunten zijn te vinden. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. Provisie over de maanden maart –juni 2010 alsmede autokosten maart/april 2010 worden toegewezen. De handelsagent vordert onder meer een verklaring voor recht dat de agentuurovereenkomst door hem is opgezegd op grond van dringende redenen bij brief van 20 april 2010. Voor de beoordeling van de dringende reden wordt aansluiting gezocht bij voormelde brief. Wat verder in de dagvaarding nog aanvullend staat vermeld, wordt buiten beschouwing gelaten nu voor de principaal buiten de opzeggingsbrief niet aanstonds duidelijk had kunnen zijn dat ook op basis van deze omstandigheden de agentuurovereenkomst is opgezegd. Geconcludeerd wordt dat de handelsagent de agentuurovereenkomst zonder dat sprake was van een dringende reden heeft opgezegd. Deels zijn de feiten en omstandigheden die een dringende reden zouden moeten opleveren niet komen vast te staan, deels zijn zij niet redengevend voor het aannemen van een dringende reden in de zin van artikel 7:439 BW. De handelsagent wordt schadeplichtig geacht op grond van artikel 7:439 jo. artikel 7:441 lid 1 BW. Een klantenvergoeding is niet aan de orde op grond van artikel 7:442 lid 4 sub b BW.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.